Sportief zijn met beperking

Sportief zijn met beperking

09/28/2023 - 16:08

Beperkingen zijn onderdeel van de menselijke conditie. Iedereen kan op enig moment in het leven te maken krijgen met fysieke of mentale gebreken, tijdelijk door een blessure of langdurig of permanent door ziekte of ongeval (WHO, 2011; Schippers, 2021). Drie op de tien Nederlanders voelen zich belemmerd om te doen wat mensen ‘normaal’ gesproken doen vanwege problemen met de gezondheid, een op de tien vanwege pijn. Ongeveer een op de tien Nederlanders heeft een (lichamelijke) beperking in het bewegen, horen of zien. Ongeveer eenzelfde aantal voelt zich psychisch ongezond. Een derde heeft een langdurige aandoening en 1 procent van de Nederlanders heeft een verstandelijke beperking (Van den Dool et al., 2022; Van Lindert, 2019).
Leisure & Events
  • Uncover

Mensen met een beperking sporten minder
Vreemd genoeg nemen we in de samenleving nog vaak het gezonde lichaam en de gezonde geest als uitgangspunt. Wie of wat daarvan afwijkt ervaren we als ‘niet normaal’ of ‘anders’. Dit mensbeeld, in het Engels ‘ableism’ genoemd, zorgt ervoor dat mensen met een beperking, bewust of onbewust, worden uitgesloten van deelname aan het sociale leven en minder (makkelijk) toegang hebben tot voorzieningen die voor mensen zonder beperking vanzelfsprekend zijn, waaronder sport en recreatief bewegen. Naast omgevingsdrempels, zoals problemen met vervoer, aanbod, accommodaties of begeleiding, ervaren mensen met een beperking ook persoonlijke belemmeringen bij het sporten, zoals pijn of vermoeidheid.

Zij sporten dan ook minder en zijn minder vaak lid van een sportvereniging dan mensen zonder beperking. Van de volwassenen met een lichamelijke beperking sport 28 procent op wekelijkse basis. Van alle volwassen Nederlanders sport ruim de helft wekelijks (54%). Terwijl de sportdeelname van de algemene bevolking is toegenomen, zien we voor mensen met een beperking maar weinig veranderen (zie tabel 1, download magazine onderaan de tekst). Nemen we wekelijks sporten, wandelen en fietsen voor het plezier samen, dan zien we wel enige groei voor mensen met een lichamelijke beperking. Dit komt vooral door een toename in het recreatief wandelen (zie tabel 1, download magazine onderaan de tekst; Van den Dool et al., 2022). 

Streven naar inclusie 
Om deze situatie te veranderen is aandacht voor sportstimulering en versterking van het sport- en beweeglandschap voor mensen met een beperking steeds in meer of mindere mate onderdeel (geweest) van het sportbeleid van de Nederlandse overheid (Van Lindert & De Jonge, 2022). Momenteel krijgt het wegnemen van belemmeringen om te sporten voor onder andere mensen met een beperking aandacht binnen de pijler Inclusief sporten en bewegen van het Nationaal Sportakkoord (NSA) (Ministerie van VWS et al., 2018). Het streven naar een inclusieve sport- en beweegomgeving sluit aan bij de principes van het VN-Verdrag Handicap. Met de ratificering van dit verdrag in 2016 is de Nederlandse overheid, inclusief alle gemeenten, verplicht maatregelen te nemen die bevorderen dat mensen met een beperking volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving, ook in de sport.

Centrale rol voor gemeenten in beleid
Als we een ‘foto’ maken van het ‘beleids- en organisatielandschap’ van sport en bewegen voor mensen met een beperking, zien we een veelkleurig palet aan organisaties op nationaal, regionaal en lokaal niveau (zie figuur 1). Zij delen allen min of meer dezelfde missie: sport toegankelijk(er) maken voor mensen met een beperking (Van Lindert & De Jonge, 2022).

Op landelijk niveau zijn partijen zoals het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (...)

Verder lezen? Download hieronder de gehele uitgave van Uncover 2022.